Bezoek aan het openluchtmuseum
Deze pagina werd aangemaakt door Kiandro van onze klas !!
Om negen uur wandelden we naar het openluchtmuseum van Bokrijk. We moesten “ bliksemsnel” stappen want om 10 uur startten de toneelstukjes. Onderweg kwamen we een spooroverweg tegen.
Toen kwamen we aan bij de prachtige kweekvijver. Hier worden vissen gekweekt en een paar jaren later wordt het water leeggelaten. Dan doet men de vissen in een grote vrachtwagen met aquarium. Deze worden dan vrijgelaten in een visloze waterplek. Vijf prachtige zwanen scheerden over het water. We wandelden muisstil langs deze prachtige stek om de vissen niet te storen. Ook luisterden we naar de natuurgeluiden. Tijdens de verdere wandeling zagen we veel planten- en boomsoorten :
· Everzwijnen eten de eikels van de grond.
· de rode bessen van de lijsterbes zijn giftig, maar niet voor vogels
· er waren nog enkele rode braambessen, ze moeten nog zwart worden. Het seizoen is echter voorbij.
· de meester werd geprikt, toen hij de dovenetel aanraakte
· de berk heeft een mooie witte schors
· de varens hebben een mooie, groene kleur. Onder het blad zitten sporen, dit zijn de zaadjes van de plant.
· de hulst heeft scherpe “tanden” aan zijn bladranden. Deze plant met rode besjes wordt veel gebruikt bij kerststukjes.
De knotwilg plant men op een vochtige plaats. Hij heeft veel water nodig. Door het jarenlang snoeien van de takken ontstaat er een dikke knot. De takken werden gebruikt om stelen van een schop of hark te maken
zIn het schooltje maakten we kennis met de juf. Zij was heel streng. We mochten in de schoolbanken zitten en de juf zei telkens : “Houding !” Dan moesten we onmiddellijk heel flink zitten. Ook moesten we altijd met twee woorden spreken en een schort of vestje aandoen. Dit om de vuile kleren te bedekken, want de juf hield van netheid ! De kinderen moesten met een griffel op een lei schrijven. Opgelet want deze waren heel broos, als je ze liet vallen viel ze in stukken ! Sommige kinderen moesten met de schooltas op hun schoot zitten en zo schrijven. De juf zelf schreef met een speciale inktpen op papier. In de klas stond een buiskachel die roodgloeiend gestookt werd met steenkool. Kinderen die stout waren konden verschillende straffen krijgen : met de knieën in de klompen zitten, een lange tong of ezelsoren aandoen, onder de luifel bij de bel staan, op met je knieën op de rooster zitten
Op de speelplaats was er een toilet. Deze was erg eenvoudig : gewoon een plank met twee gaten in. Je moest er dus soms met twee op gaan zitten …
Daarna gingen we naar het kerkje. Mijnheer pastoor en de champetter waren er ook. 2 kinderen van de klas mochten misdienaar zijn. De mis werd in het Latijn opgedragen. De mannen moesten rechts gaan zitten en de dames links. Want rechts was in die tijd de goede kant en links … Natuurlijk was dat een misvatting. Iedereen is gelijk voor de wet. Bij het binnenkomen steken de mensen hun hand in het wijwatervat en maken een kruisteken.
Mijnheer pastoor zegent de mensen en de dieren ook soms met wijwater. Hij gebruikt hiervoor een kwispel. In de brandvrije koffer konden mensen een offer geven. De pastoor gaf een preek op de preekstoel. Hij zei wat de mensen moeten doen en laten.. In de kerk hing er een afbeelding van een driehoek met een oog in. Hierop stond : God ziet u (hij is overal), soms ook … Hier vloekt men niet (omdat God je overal ziet). In het tabernakel zit de kelk met de hosties in. Soms zijn ze door de pastoor gewijd, dan brandt er een rode kaars.
Onderweg naar de oude volksspelen kwamen we ook een hooimijt tegen en er lag ook een mesthoop bij de boerderij. Daar zegende de pastoor een bok die wat ziekjes was. Bij de volksspelen konden we steltlopen, …
We leerden ook steltlopen.
Het was een leuke dag waarbij we elkaar beter leerden kennen en toch ook heel wat dingen bijleerden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten